Dat winterweer hoeft van mij niet zo. Maar er zijn genoeg Nederlanders die (al of niet beneveld door de media) helemaal enthousiast worden van een stukje schaatsen in Friesland. Dan komt bij mij weer een stukje van (stiekem toch briljante) Herman Finkers over de elfstedentocht naar boven.
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zouden het wel rooien
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zaten mooi te klooien
Zijn in een wak gereden, volledig overleden
Zo heb je ’t over Friezen, zo heb je ’t over dooienDe elfstedentocht, door de bocht, met Berenburg, Berenburg
Het liedje komt uit een stukje waarin Finkers uitlegt dat een beetje ellende altijd goed is voor extra betrokkenheid van de luisteraar. Ieder couplet voert hij de ellende een beetje op. Bekijk ook vooral even de video waarin je ziet dat het publiek (anno 1985) niet echt weet hoe ze moet reageren op het laatste couplet.
“Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig?”
Voor de volledigheid hieronder de complete tekst:
Steeds als er vorst is denkt de Fries: vorst
En controleert het water op de dikte van de korst
Koorts in elf steden, kan de tocht gereden
Het antwoord komt vanzelf, van de raad van elfDe elfstedentocht, zo verknocht, aan Berenburg, Berenburg
Opa Nauta heeft de tocht ooit eens gemaakt
In alleen een onderbroek en verder poedelnaakt
Ik ben speciaal vertrokken, kleumde hij, want ik ben al oud
In een lange onderbroek en nog heb ik het koudDe elfstedentocht, in de bocht, met Berenburg, Berenburg
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zouden het wel rooien
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zaten mooi te klooien
Zijn in een wak gereden, volledig overleden
Zo heb je ’t over Friezen, zo heb je ’t over dooienDe elfstedentocht, door de bocht, met Berenburg, Berenburg
Over dooi gesproken: in wereldoorlog twee
Werd hij vaak gereden, het weer zat vreselijk mee
Een koude oorlog, dat is waar, drie schaatsers vroren dood
Was toen niet zo een bezwaar: het ging van de grote hoop
De elfstedentocht, wat een bocht, is Berenburg, is Berenburg