Morgen is het dan eindelijk zo ver, de dag waarvoor ik twee maanden hier heb gewerkt: E-day. Het is de afgelopen dagen enorm druk geweest, er moesten nog veel mensen gebeld worden en de gegevens moesten nog in de database gezet worden. We zijn bezig met het allerlaatste project, Last Call 4 Change. Lange lijsten met namen en telefoonnummers komen non-stop uit de printers, worden verdeeld over 20 zogenoemde “satellite offices”, en worden dus gebeld. Het gaat erom om te weten te komen of mensen al hebben gestemd, of ze gaan stemmen, zoja op wie, en of ze weten waar hun stembureau is. Deze actie is op zaterdag begonnen door het hele land, en op die dag alleen al zijn er meer dan 450.000 telefoontjes gepleegd. Een enorm aantal, en waarschijnlijk een heel groot deel daarvan is vanuit Chicago gedaan.
De satellite offices worden bemand door vrijwilligers uit de Illinois headquarters. Zodoende was ik vorige week ook gevraagd of ik er ook eentje wilde runnen en daar ben ik natuurlijk op in gegaan. Dus zaterdag ben ik naar een kantoor van een lokale vakbond gegaan waar we een phone bank hebben opgezet. We hadden luxe stoelen, draadloos internet en een tv. Het enige dat we niet hadden waren mensen die kwamen bellen. Ik zou tussen 9 en 9 werken, maar ben rond half 3 weggegaan want er waren welgeteld twee mensen komen opdagen. Dat viel tegen, maar blijkbaar hebben andere phone banks het wel erg goed gedaan. Zondag daarentegen ben ik naar een ander vakbondskantoor gegaan, en daar was het blijkbaar heel druk geweest zaterdag, en ook zondag was de opkomst hoog. En weer heb ik me zitten verbazen over het aantal mensen dat zich vrijwillig inzet, hele dagen gaat zitten bellen en zomaar voor 20 mensen lunch verzorgen. Ook op het Illinois hoofdkantoor is het gekkenhuis geweest, zoveel mensen die overal een plekje zochten om te kunnen bellen; op de trap, op de grond, in gangetjes of staand tegen de muur.